Weken moest ik die kast al opruimen, maar de heftige herinnering aan die plek hield mij tegen. Normaal kon ik geen genoeg krijgen van stapeltjes vouwen, speelgoed sorteren en spullen weggooien. Altijd weer blij met het opgeruimde resultaat.
De onrust in mijn hoofd en leven bleef terugkomen. Het opruimen hield mij rustig en gaf structuur. Maar steeds als ik in de buurt van die rommelige kledingkast kwam, kon ik honderd en één excuses verzinnen om eerst nog wat anders te gaan doen. Het was mijn kast. Ooit mijn veilige plek, waar ik kleren in had gehangen die pasten bij wie ik was. Papiertjes die ik wilde bewaren legde ik met zorg onder het sieradendoosje op de bovenste plank. Mijn kast leek de enige plek in huis waar ik helemaal mijzelf kon zijn, zonder dat iemand zijn mening opdrong of mij een richting opduwde, waar ik mij niet prettig bij voelde.
Als ik onverwachts een open kastdeur aantrof, kwam ik voor mijzelf op en ging op onderzoek uit wie er in mijn kast had gezeten. Veel liet ik gebeuren jaar in jaar uit en achteraf noemde iemand dit heel ongezond. Mijn kast was op dat moment het laatste kleine stukje, waar ik nog iets te zeggen had. Verder had ik vooral over mij heen laten lopen en mij veel te veel aangepast.
Heel lang heb ik gewaakt over die kast, mijn schijnbaar veilige plek. Bij intens verdriet of schreeuwende ruzies trok ik mij terug in mijn slaapkamer, zittend voor de deur. Hij schreeuwde tegen mij dat ik de deur open moest doen. Duwend en bonkend hoopte hij alsnog de slaapkamer binnen te kunnen dringen. Maar op deze plek was ik sterk, vocht ik tegen mijn angst en onzekerheid en liet ik horen wat voor mij belangrijk was “laat mij met rust. Bij jou voel ik mij niet veilig, ik kan niet mijzelf zijn en het breekt mijn hart.” Daar zat ik dan, ineengedoken met mijn armen om mijn knieën geslagen en tranen rollend over mijn wangen. Als hij de deur niet open kreeg, voelde ik mij heel even sterk. Maar tegelijk zo machteloos en alleen. Ik was in een relatie gestapt, die mij heel veel zou leren over mijzelf en daar was dan ook alles mee gezegd.
Toen ging het mis. Na jaren mijn hoofd boven water houden met drie kleine kinderen, zakte hij steeds verder weg in zijn verslaving en stond mijn leven volledig op zijn kop. Mijn enige veilige plek in huis (die kast) was nu ook een geheime plek geworden. Een betaalpas moest zijn intrede doen, verstopt in de hoop dat hij hem niet zou vinden. Iedere avond keek ik het doosje na, fluweelzacht en versierd met prachtig gekleurde steentjes. Een doosje dat bestemd was voor sieraden met betekenis. De kast werd betekenisloos en van mijzelf was niks meer over. Plotseling was mijn kast niet meer dan een plek van angst. Een betaalpas had betekenis en macht over het verloop van mijn toekomst gekregen, wie had dat ooit gedacht. Vele momenten besefte ik, dat het binnen een paar onoplettende momenten gebeurd kon zijn. Eén misstap van hem en we zouden richting de schuldhulpverlening gaan. Vanaf dat moment had ik naar hem toe, naast de rol van moeder en hulpverlener, ook de rol van politieagente op mij genomen. Wat een tijd.
Welke plek heb jij ingenomen binnen jouw relatie?
Melanie de Vreede 🌺 © Copyright

